Gewone Koekoekshommel
 
Bombus campestris





De Gewone Koekoekshommel is een vrij algemene hommel. Het vrouwtje meet tot 22 mm; het mannetje tot 17 mm.

Het vrouwtje heeft een brede, bruingele kraag en een bruingeel rugschildje op het voor de rest zwart gekleurde borststuk. Het achterlijf is minder behaard dan het borststuk, redelijk glimmend en gekromd. Het achterlijf kan overwegend zwart zijn met weinig geel tot bijna helemaal geel gekleurd. De achterlijfspunt is in het midden kort zwart behaard; aan de zijkant zijn er vlekken van langere, bruingele haren. Melanistische vrouwtjes komen regelmatig voor. De poten zijn zwart behaard.

Het mannetje is zeer variabel getekend. De kop is steeds zwart behaard. Er is vaak een zeer lichte beharing op borststuk en achterlijf, maar donkere en zelfs melanistische mannetjes komen ook voor. De achterlijfspunt is wit of beige. De donkere vorm is vrijwel geheel zwart behaard met geelbruine vlekjes aan de zijkanten van de laatste 2 achterlijfssegmenten. Een tussenvorm heeft een donkergele kraag op het borststuk. De lichte vorm is vrijwel geheel licht behaard, met een band van zwarte haren op het borststuk en meestal een band van zwarte haren op het tweede achterlijfssegment. De poten zijn zwart behaard.    

Deze hommel vliegt van begin april tot eind september. De eerste vrouwtjes zijn vanaf begin april te zien. De mannetjes verschijnen begin mei. Jonge vrouwtjes vliegen vanaf eind juli, maar zoeken na de paring reeds snel een overwinteringsplek op.  

Het is vooral een parasiet bij de Akkerhommel, maar ook (in mindere mate) bij de Weidehommel, de Boshommel (waarschijnlijk verdwenen uit Vlaanderen) en de Heidehommel. Hij wordt ook aangetroffen bij de nesten van de Moshommel en de Zandhommel.  

Het vrouwtje dringt het nest binnen van haar gastheersoort en schakelt met haar angel de hommelkoningin uit. Vervolgens legt ze haar eitjes in het nest en de larven worden grootgebracht door de werksters van de gastheersoort.

Deze koekoekshommel komt voor in alle gebieden waar bomen of andere hoge begroeiïngen aanwezig zijn en is ook in het stedelijke gebied een algemene soort. Open, zilte gebieden worden door deze hommel gemeden.

De vrouwtjes zijn onder meer op Gewone Paardenbloem, Hondsdraf, Beemdkroon, Haagwinde, Koninginnekruid en Witte Klaver te zien, terwijl de mannetjes vooral op Distel-soorten en langs bosranden op Braam vliegen. Een favoriete plant van de mannetjes is de Speerdistel. De mannetjes kan men ook soms op Duifkruid zien, maar deze plant is eerder zeldzaam in Vlaanderen.  

De Gewone Koekoekshommel wordt weinig op Wilg-soorten gezien.  

De aantallen zijn de laatste decennia sterk achteruitgegaan, niettegenstaande de belangrijkste gastheer, de Akkerhommel, nog zeer talrijk voorkomt.