Wilgenhommel
 
Bombus cryptarum





De Wilgenhommel is een vrij zeldzame hommel. De koningin meet tot 20 mm; de werkster en het mannetje meten tot 16 mm.

De koningin heeft een zwart behaard borststuk met heel ver naar beneden lopende gele kraag. Bij de vleugelbasissen is de gele kraag door een zwarte inkeping (een plukje zwarte haren in de vorm van een hockeystick) meer kommavormig. Soms zijn er 2 rijtjes zwarte haren zichtbaar te midden van de borstband. Ook het achterlijf heeft een gele band. De achterlijfspunt is wit behaard.

De borstband loopt bij de werksters ook duidelijk voorbij de vleugelinplant. 

Het mannetje heeft een zwartbehaarde kop met twee kleine toefjes gele haren dicht bij de basis van de antennes en heldergele banden over borststuk en achterlijf.

De hommel (vooral de werkster en het mannetje) is zeer moeilijk te onderscheiden van andere hommels (Aardhommel, Veldhommel, Grote Veldhommel).

Deze soort heeft een zeer korte tong.

Deze hommel bewoont natte heidegebieden, voedselarme veengebieden en kustduinen. Hij komt sporadisch ook voor in extensief gebruikte landbouwgebieden op zandgronden. 

De hommel vliegt in één generatie van half februari tot eind september. De mannetjes vliegen pas vanaf juni. 

De nesten bevinden zich ondergronds in oude zoogdiernesten, soms ook bovengronds in boomholtes en nestkasten.

De kolonies tellen 70 tot 150 individuen.

Het is een polylectische soort die bij voorkeur de bloemen bezoekt van Gewone Dophei, Gewone Ossentong en Wilg-soorten zoals Kruipwilg.

Deze hommel breekt ook regelmatig in bij bloemen met een langere bloembuis.

De koningin bezoekt in het vroege voorjaar vaak Wilg-soorten en Gewone Paardenbloem. Ze zoekt ook graag voedsel op Koolzaad en is dus een goede bestuiver van deze teelt. 

In heideterreinen bezoekt ze graag Wilde Lijsterbes en Blauwe Bosbes en later op het jaar Gewone Dophei. In de duinen wordt de koningin vaak gezien op Gewone Ossentong en Kruipwilg. 

De werksters en de mannetjes foerageren graag op Struikhei. Soms wordt ook Zulte bezocht.

De mannetjes bezoeken vaak Wilgenroosje voor de nectar. 

De hommel kan ook voorkomen in het stedelijke gebied in tuinen met Rhododendron-soorten en verschillende heidesoorten.

Mogelijks treedt de Tweekleurige Koekoekshommel op als broedparasiet bij deze hommel. Beide soorten komen veelvuldig samen voor.