Gele Hommel
 
Bombus distinguendus





De Gele Hommel is een uit Vlaanderen verdwenen hommel.

In 1971 werd de soort voor het laatst in een voorstedelijk gebied van Antwerpen gezien.

Deze soort is in grote delen van Europa hard achteruitgegaan vanwege het verdwijnen van geschikte leefgebieden als gevolg van de intensieve landbouw, waarbij de weilanden met Rode Klaver of andere Klaver-soorten en bloemrijke graslanden zijn verdwenen. De resterende leefgebieden die wel nog geschikt waren, bleken te klein om een levensvatbare populatie te herbergen.

Deze hommel heeft een hoofdzakelijk bruingele, fluweelachtige beharing met tussen de vleugels een zwarte band. 

Deze hommel komt voor in vochtige, bloemrijke hooi- en graslanden, in bosranden, in niet al te dichte bossen en ook in voorstedelijke gebieden. Soms kan de hommel ook dieper in het bos worden gezien.

Aangezien deze hommel vochtige gebieden prefereert, kan de verdroging ook hebben bijgedragen tot de achteruitgang.

Deze hommel nestelt zowel boven- als ondergronds, vaak in verlaten muizen- of konijnenholen of in zelfgebouwde nesten van gras onder graspollen. Het nest kan ook worden gemaakt in gebouwen en verlaten vogelnesten. De kolonies tellen 30 tot 120 individuen.

De hommel heeft een zeer sterke voorkeur voor Rode Klaver. Daarnaast kunnen koninginnen en werksters worden gezien op Wondklaver, Knoopkruid, Speerdistel, Vogelwikke, Slangenkruid, Hondsdraf, Gewone Brunel en op de plaatsen waar deze plant nog voorkomt op Heidekartelblad. De mannetjes bezoeken vooral de bloemen van distels en Knoopkruid.

Alleen een ingrijpende verandering van het (agrarische) landschap zou een terugkeer van deze hommel kunnen bewerkstelligen. 

Er bestaan waarnemingen van mineralenlikkende koninginnen op de grond; waarom zij dit doen is nog niet bekend.

Er is geen koekoekshommel bekend, maar men beschouwt de Lichte Koekoekshommel als mogelijke nestparasiet.